Andere sporten

Voetballer Vincent Kompany zag 31 jaar geleden het levenslicht in Brussel. Ook nadat hij RSC Anderlecht verliet en inmiddels al enkele jaren de ontegensprekelijke leider is bij Premier League-topper Manchester City, blijft de kapitein van de Rode Duivels zich inzetten voor 'zijn' Brussel.

Zo is Kompany het gezicht van de nieuwste campagne van Actiris die de naam 'Une petite leçon de néerlandais?' meekreeg en zich richt op het aansporen van Brusselse werkzoekenden om hen Nederlands te leren zodat ze in de Vlaamse rand aan de slag zouden kunnen.

"Mijn moeder werkte voor Actiris. Zij zag dagelijks in de praktijk dat wie een kleurtje had, twee keer zo hard moest werken. Maar ook wie eentalig was, kreeg minder kansen op de arbeidsmarkt. Daarom hebben onze ouders ons naar het Nederlandstalig onderwijs gestuurd. Als ik een boodschap heb aan de jongeren in Brussel, is het echt: talenkennis opent altijd deuren," zegt Vincent Kompany tijdens een interview met De Morgen.

Kompany bezoekt Brussel nog vaak en blijft investeren in BX Brussel, dé Brusselse voetbalclub met een enorm sterke sociale reflex. Toch zorgt het ook voor heel wat frustraties bij Kompany. "Tegen dat ik in Brussel iets geregeld krijg, ben ik arm. Ieder stukje straat heeft bij wijze van spreken zijn eigen patron, waar je moet langsgaan als je iets gerealiseerd wil krijgen. Daar wil ik mijn tijd niet aan verdoen", hekelt hij de politieke versnippering in België.

Ook deze politieke versnippering zorgt voor een gebrek aan maatschappelijke cohesie, vindt Kompany. Dat viel hem op na de terreuraanslagen. "Als ik kijk naar de mobilisering in Manchester na de aanslagen, dan heb ik het gevoel dat Manchester er alleen maar beter van geworden is. In Brussel is dat niet zo, of toch niet genoeg. Ik heb het gevoel dat er nooit genoeg dynamiek kan ontstaan, doordat alles zo gefragmenteerd is."

(Skwadra by Tagtik/Source: De Morgen/Illustration picture: Belga)