Voetbal

Arne Slot is zijn tijd op de bank bij Liverpool succesvol begonnen door op een aantal vlakken een andere lijn te volgen dan zijn voorganger Jürgen Klopp.

Bijna elke keer dat hij spreekt, heeft Arne Slot het over Jürgen Klopp. Op 5 juli werd Klopp elf keer genoemd tijdens de eerste persconferentie van de nieuwe Liverpool-coach. Gisteren nog, in een interview op de website van de UEFA in de aanloop naar de wedstrijd van vanavond tegen Bologna, prees Klopp het werk van zijn glorieuze voorganger: “Ik heb een team geërfd dat geobsedeerd is door hard werken om beter te worden.“

Hoewel Slot nooit een kans voorbij laat gaan om Klopp te prijzen, die tussen oktober 2015 en juni 2024 de bank van de Reds bezette en daarbij een Champions Leage en een landstitel won, is hij niet van plan om Klopp te imiteren. De resultaten hebben er voorlopig niet onder geleden: koploper Liverpool in de Premier League heeft zeven van zijn eerste acht wedstrijden van het seizoen in alle competities gewonnen.

Een van de meest opvallende verschillen tussen de twee coaches betreft hun functietitel: terwijl de Duitser werd gepresenteerd als ‘manager’, wordt de Nederlander geïntroduceerd als ‘hoofdtrainer’. Dit betekent dat hij minder verantwoordelijk is voor het runnen van de club en de keuze van nieuwe spelers, een gebied waarop Liverpool deze zomer niet erg actief is geweest, met Federico Chiesa als enige aanwinst. De selectie van Slot is vrijwel ongewijzigd ten opzichte van vorig seizoen, maar hij promoot een speelstijl die ver afstaat van Klopps regels, zoals 4-3-3 en tegenpressing.

The Reds spelen nu een 4-2-3-1, wat een 4-4-2 zonder bal wordt, geleid door de obsessie om bij balverlies niet langer degene met balbezit lastig te vallen, maar een dicht blok te vormen. En in de aanvalsfase zoeken de middenvelders hun spitsen minder systematisch op in de eerste verdedigingslinie. “Ze zijn een team geworden dat weet hoe ze zichzelf moeten redden en geduldig moeten zijn, terwijl ze er onder Klopp soms chaotisch uitzagen”, vertelde voormalig spits Tony Cascarino.

Bovendien, hoewel de basiself niet radicaal is veranderd, speelt Diogo Jota nu op een meer centrale positie, is Trent Alexander-Arnorld minder regelmatig op het middenveld te vinden, terwijl Ryan Gravenberch is teruggevallen naar de nr. 6 positie, waar hij uitblinkt. Bovendien is Slot in zijn communicatie, hoewel hij een kalme toon aanhoudt, soms kritischer over zijn spelers dan zijn voorganger, die onnodige controverse wilde vermijden.

Zo suggereerde de voormalige trainer van Feyenoord op 21 september dat Alexander-Arnold niet altijd “ 100% gefocust was op zijn verdedigende taken”. Tot slot heeft Slot, in tegenstelling tot Klopp, zich sinds zijn komst niet proberen onder te dompelen in de cultuur van de club en de waarden van zijn adoptiestad. Hij legde op 5 juli uit: “Het is altijd goed om de stad te kennen waar je woont, maar ik denk dat het voor een coach het belangrijkste is om wedstrijden te winnen”. Tot nu toe is zijn staat van dienst op dit gebied bijna perfect.

(Pierre-Étienne Minonzio/L’Équipe via Tagtik/Pic: L'Equipe)