Wielrennen

Alberto Contador zou tussen het Critérium du Dauhpiné (waarin hij nog werd afgetroefd door Brajkovic) en de Tour de France een bloedtransfusie hebben ondergaan. Dat is wat een anonieme "insider van de Astana-ploeg" aan Humo heeft verteld. Zo zouden er clenbuterol en weekmakers zijn teruggevonden in Contadors bloed. "In de Dauphiné had Contador nog een tikje overgewicht. Er mocht nog een kilo of twee af", citeert het weekblad zijn bron. "Daar gebruiken ze dan clenbuterol voor (in combinatie met het schildklierhormoon triodothyronine, red.): de laatste kilo's kwijtspelen, en er tegelijk over waken dat je geen spiermassa verliest. Of, in het beste geval, nog een beetje extra spiermassa kweken." In de periode tussen de Dauphiné en de Tour heeft Contador bloed afgetapt: kleine zakjes, om de bloedwaarden in zijn biologisch paspoort niet te verstoren. De bloedafname in de Tour is dus gebeurd op een moment dat er nog een spoortje clenbuterol in zijn bloed zat. En dat spoortje is in dat zakje bloed blijven zitten, tot hij het later opnieuw in zijn lichaam kreeg." De weekmakers (DEHP) die in zijn bloed zijn teruggevonden, waren 10 keer hoger dan normaal. "Dat wijst inderdaad op bloedtransfusies," zegt de ontwikkelaar van de test Jordi Segura. Het WADA ziet er geen graten in dat de test nog niet ten volle aanvaard is in sportmiddens. "De test heeft zijn waarde al jarenlang bewezen in de voedingsindustrie," zegt David Howman van WADA, "dat is voldoende bewijsmateriaal om naar de rechtbank te trekken." (DR/Picture: photo news)