Andere sporten

De voormalige Belgische marathonloopster Ria Van Landeghem heeft een proces aangespannen voor al het onrecht dat haar werd aangedaan door een foutieve beslissing van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC), maar liefst dertig jaar geleden. Deze week werd het proces ingeleid bij de Brusselse rechtbank van eerste aanleg, maar de rechtbank heeft de zaak meteen uitgesteld naar 5 april 2019.

Ria Van Landeghem moet sinds april 2017 niet langer door het leven gaan als een dopingzondares. Bijna 30 jaar na de feiten gaf het BOIC eindelijk zijn fout toe: het had de marathonloopster niet mogen uitsluiten van deelname aan de Spelen van 1988 in Seoul.

Toen ze al in Seoul was, testte Van Landeghem positief bij een dopingcontrole en werd ze naar huis gestuurd. Door de Vlaamse Atletiekliga en de internationale atletiekfederatie IAAF werd ze vrijgesproken, maar het BOIC deed dat niet.

Bijna 30 jaar na de feiten oordeelde het BOIC na onderzoek door een aantal deskundigen dat het verkeerd handelde: de toenmalige test voldeed "niet aan een aantal minimale kwaliteitsgaranties die in 1988 ingeburgerd waren." Er kon sprake geweest zijn van een vervuilde machine en het B-staal werd niet correct geanalyseerd.

"Deze schorsing moet als onterecht bestempeld worden. Het BOIC wenst zich hiervoor te verontschuldigen bij Ria Van Landeghem", zo maakte het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité vorig jaar bekend.

Door de onterechte dopingschorsing liep Van Landeghem echter heel wat inkomsten, overwinningen en titels mis. Het BOIC heeft toendertijd Van Landeghem immers gedurende twee jaar van de selectielijsten voor internationale competities gehouden. Daarom besloot de voormalige wereldtopper op de marathon om het BOIC toch te dagvaarden en een schadevergoeding te eisen. De rechtbank van eerste aanleg besliste vrijdag dat Van Landeghem na dertig jaar nog wat meer geduld moest hebben en stelde de zaak uit naar 5 april 2019.

(Skwadra by Tagtik/Illustration picture: Belga)