Man bedolven onder loodzware steen om te voorkomen dat hij terugkeert naar de levenden
Ten noorden van het Duitse Leipzig hebben archeologen een vreemd graf ontdekt. Meer dan 4.000 jaar geleden werd er een zware, massieve steen op een lichaam geplaatst. Een ontdekking die erop wijst dat de Europese volkeren uit de bronstijd niet wilden dat de overledene uit de dood zou kunnen terugkeren.
Archeologen focusten zich op het kleine stadje Oppin, op een paar kilometer van Leipzig. Het is in deze streek dat de archeologen een wel heel bijzondere tombe uit de Neolithische periode ontdekten. Futura-Sciences beschrijft deze vreemde vondst; het was een zware steen die op het lichaam van een mannelijk persoon was geplaatst, die op het moment van overlijden 40 tot 60 jaar oud was. Een steen die zou hebben gediend om de terugkeer van de overledene uit het hiernamaals te voorkomen.
De observaties van archeoloog Uwe Moos, verantwoordelijk voor de opgravingen, werden op 28 april overgenomen en doorgegeven door de media ArcheoNews. “Het individu lag op zijn linkerkant, naar het oosten gericht, met zijn benen opgerold. Boven zijn lichaam werd tijdens de begrafenis, 4200 jaar geleden, een steen van een meter lang en tien centimeter dik geplaatst.”
Niet alleen een grafsteen dus die werd gebruikt om de overledene te bedekken, maar ook een manier om geesten weg te houden. Uwe Moos benadrukt dat de Europese volkeren uit de bronstijd in die tijd geterroriseerd werden door de toorn van geesten. Deze man begraven in Oppin had misschien een ziekte opgelopen die zijn stamgenoten niet kenden en bijzonder bang maakte, waardoor ze er niet anders op vonden om hem te bedekken met een loodzware steen.
(FVDV and AsD for Tagtik/Source: Futura-Sciences/Illustration: Unsplash)
