Wielrennen

Het is lang geleden, maar Frankrijk blijkt over de sterkste troeven te beschikken bij de beloften. Onze zuiderburen geloven rotsvast in het talent van Arnaud Demare, die in Kopenhagen als sprinter een parcours op zijn maat vindt. Demare boekte dit jaar verschillende spurtzeges. In de GP de Pont-à-Marcq klopte hij zelfs een gerenommeerde prof als Hutarovitch. En Frankrijk heeft nog meer paarden om op te wedden. Adrien Petit, nu al prof bij Cofidis, liet zich dit jaar namelijk al zien in Kuurne-Brussel-Kuurne en de GP Fourmies, waar hij telkens een top-10 plaats in de wacht sleepte. In Gent-Wevelgem (15de) bewees hij dat zelfs een zware wedstrijd aankan. En dan houden ze ook nog de Johan Le Bon achter de hand, een specialist voor de klassiekers. In het zog van Cavendish zijn enkele jonge Britten zich gaan toeleggen op de spurt. Luke Rowe en Andrew Fenn zijn de rappe mannen van dienst voor het VK. En dan is er nog het aanstormende talent uit Italië (Salvatore Puccio won de Ronde voor beloften) en Spanje (dat vooral klimmers kweekt). Ons landje moet rekenen op een superdag voor Tosh van der Sande of Jelle Wallays. Van der Sande won Luik-Bastenaken-Luik voor beloften, Jelle Wallays werd knap 3de op het BK voor profs. Joeri Stallaert van zijn kant is snel. Hopelijk leveren hun inspanningen eindelijk een medaille of minstens een knap resultaat op, want België slaat tot dusver een erg bleek figuur op dit WK. Daarvan is ook Bondsvoorzitter Tom Van Damme overtuigd. "De uitslagen zijn een wielerland als België onwaardig." is zijn scherpe reactie in de geschreven pers. (DR/Picture: photo news)