Contador versus leugendetector en beenhouwer
Zowat anderhalf jaar geleden liep Alberto Contador tegen de lamp als Tourwinnaar. In zijn bloed werden minieme sporen van clenbuterol gevonden. Volgens Contador te wijten aan het verorberen van een vervuild stuk biefstuk. Volgens dopingjager Rasmus Damsgaard had Contador zichzelf op de rustdag bloed ingespoten dat bij hemzelf was afgenomen op een moment dat er nog sporen van clenbuterol aanwezig waren, een overblijfsel van een trainingsperiode waarin hij zichzelf gedopeerd had. Die stelling wint aan kracht door het feit dat zijn ploegmakkers hetzelfde vlees aten en toch niet positief testten. Maar de Spaanse Wielerfederatie geloofde Contador, zodat hij dit jaar vrij kon rondfietsen en zelfs deelnam aan de Tour. De UCI en het Wada brengen iop het proces zes wetenschappers in stelling om de theorie van Contador onder de loep te nemen met daarnaast ook een specialist in leugendetectors. Die moet de Spanjaard op zijn geloofwaardigheid onderzoeken. De vleesindustrie en de slager in het Spaanse stadje Irun waar het vlees vandaan kwam, komen getuigen tégen hun landgenoot. Er zijn twee landen die een kwalijke reputatie hebben op het gebied van vervuild vlees en dat zijn China en Mexico. Spanje hoort daar niet bij. Maar Contador blijft bij zijn stuk: "Ik heb een goed oog in de afloop van de zaak." (DR/Picture: photo news)
