Wielrennen

Het feit dat tot 2014 kostbare WT-punten enkel in WT-wedstrijden konden worden vergaard zorgen voor een wielersport met twee versnellingen. De UCI heeft daar vanaf 2015 verandering in gebracht: we keren in grote lijnen weer naar het oude systeem waarin alle UCI-eendagswedstrijden, semi-klassiekers, kleine ronden en nationale kampioenschappen dezelfde UCI-punten opbrengen als deze van de Ronde van Vlaanderen of Tour de France. Vanzelfsprekend krijgt de winnaar van de Tour (1000 UCI-punten) meer dan de winnaar van de Scheldeprijs (125), de Druivenkoers (125) of de Beverbeek Classic (40). Maar het worden detzelfde soort punten. Wie een 10-tal eendagskoersen wint kan dus in het UCI-klassement zowat even hoog eindigen als de winnaar van de Tour de France. Er zijn ook enkele nieuwe elementen. Zo worden Giro, Vuelta en Tour gelijkgesteld en levert de leiderstrui in het vervolg ook UCI-dagpunten op. In principe zal de individuele ranking van de renners verdwijnen. Maar dat is een wat vreemde en weinig transparante maatregel van de UCI, want die ranking zal wel tellen om een ploeg tot de WorldTour toe te laten of niet: de optelsom van de punten van de beste drie renners van een ploeg na een evenement worden hiervoor in aanmerking genomen. Voor de landenrangschikking worden dan weer de punten van de beste 8 renners (i.p.v. de 5 beste in 2014) samen geteld. (DR/Picture: photo news)