Wielrennen

De start wordt gegeven in Val di Sole in een 219 kilometer lange etappe met finish op de verschrikkelijke Stelvio. Vanaf de start is het klimmen geblazen naar de top van de Passo del Tonale (tweede categorie), 15.1 kilometer aan gemiddeld 6,1 procent. Daarna volgen er ook nog twee cols van derde categorie: de Aprico en de Teglio, minder makkelijke beklimmingen dan het lijkt. De Aprica is 15.9 kilometer lang met een stijgingspercentage van 3,1 procent. De Teglio is korter, 5.9 kilometer, maar heeft een gemiddelde stijging van acht procent. Na de top van de Teglio volgt een relatief rustig middenstuk met hierin de tussensprint in Tirano na 144.2 kilometer. Na 150 kilometer koers begint de Mortirolo, één van de meest gevreesde beklimmingen van Italië. De lengte van 11.4 kilometer valt nog mee, maar met een gemiddelde stijging van 10,5 procent is dit voor iedere profrenner een hele beproeving. Op drie kilometer van de top is een kort stukje vlak, maar daarna komt wel nog een lastigste stuk. De laatste twee kilometer hebben een gemiddelde stijging van 13,7 procent tot een maximum van liefst 22 procent. In Bormio begint dan de beklimming van de Passo dello Stelvio. Deze beklimming is 22.4 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,9 procent. De lengte van de klim valt bijzonder zwaar na 200 kilometer (!) wedstrijd. Op het laatste stukje kan nog een heel verschil gemaakt worden. De laatste drie kilometer hebben een gemiddeld stijgingspercentage van 8,8 procent. De Gendt kan vandaag de basis leggen voor een opmerkelijke prestatie: even goed doen als Jurgen van den Broeck in zijn enige Giro-deelname: een zevende stek. Bang is hij in ieder geval niet: "De kans bestaat dat ik mij nog verbeter als ik de Stelvio overleef. Ik ken de klim heel goed, ik ben er al vaak op stage geweest. Ik beklom hem al dertig keer!" Bij de favorieten wordt het tussen Rodriguez, Basso, Scarponi en Hesjedal een strijd op leven en dood. (DR/PIcture: photo news)