Wielrennen

De zaterdagrit in de Alpen moet de koninginnerit worden. Slechts drie cols zou men kunnen opperen, maar er wordt heel snel na de start geklommen. Na 40 km krijgen we een tussenspurt en dan volgen er nog zowat 15 vlakke km, maar nadien gaat het gestaag omhoog. Eerst naar de Col du Lautaret, een lekkere "loper" die nergens meer stijgt dan 7,5% (1ste cat.). Maar nadien krijgen we meteen andere kost, want met de Izoard gaan we naar het dak van deze Tour (buiten cat. hoogte: 2292 meter). Hoewel deze col niet het eindpunt van deze rit is, kan het een scherprechter worden, omdat sommige renners last hebben met de ijle lucht boven de 2000 meter. Valt hier een nieuw slachtoffer? Na een tweede afdaling gevolgd door een belangrijk stuk door de vallei, in totaal 30 km lang, beginnen de favorieten aan het eindspel, de col naar Risoul (1ste cat.) waar het venijn in de staart zit. De derde kilometer voor de aankomst en de voorlaatste zijn immers de zwaarste, met een gemiddeld stijgingspercentages van 8,5%. Velen gaan ervan uit dat voor Nibali de Tour binnen is. Toch is het opletten voor de Siciliaan dat hij zaterdag niet te snel geïsoleerd zit, zoals vrijdag in feite het geval was. Péraud en Bardet kunnen in de vallei veel steun hebben aan elkaar als ze in de afdaling van de Izoard voorop geraken. Mocht Lotto-Belisol het wat meer tactisch durven aanleggen zouden ze Gallopin moeten vooruitsturen, een superieure daler en hardrijder die Van den Broeck op sleeptouw kan nemen in de laatste vallei. Gallopin heeft toch beloofd dat hij voortaan zou werken voor zijn kopman? (DR/Picture: photo news)