Tour Rit 9: Mooie kans voor vrijbuiters
De negende etappe in de Tour de France, tussen Gérardmer en Mulhouse is een flink uit de kluiten gewassen overgangsrit. Een dag voor de eerste grote afspraak op La Planche des Belles Filles, is het onwaarschijnlijk dat de klassementsrenners zin hebben om iets te forceren. Voor de sprinters is dit terrein te lastig, dus lijkt de kans groot dat de aanvallers opnieuw een kans op etappewinst krijgen. Vanuit de start is het met de Col de la Schlucht (cat.2, 8,6 km tegen 4,5%) meteen klimmen geblazen. De renners die een plekje in de vlucht van de dag willen veroveren, zullen vanaf kilometerpaal 1 wakker moeten zijn. Na deze col zijn we vertrokken voor een heuse rollercoaster: het gaat de hele dag op en af. Want meteen na de eerste klim volgen de Col du Wettstein (cat. 3, 7,7 km tegen 4,1%), Côte des Cinq Châteaux (cat. 3, 4,5 km tegen 6,1%) en Côte de Gruebschwir (cat.2, 4,1 km tegen 7,9%) op het programma. Net voor de belangrijkste col van de dag, op ruim 65 kilometer van de aankomst, is het tijd voor de tussensprint in Lautenbach. Nadien volgt de finale met de 10,8 kilometer lange Le Markstein (cat.1) met een stijgingspercentage van 5,4%. Deze berg heeft een lastige uitloper, die zelf een categorie 3 meekreeg: de Grand Ballon (1,4 km tegen 8,6%). Nadien gaat het gedurende 45 kilometer in dalende lijn richting finishplaats Mulhouse. De laatste keer dat deze stad werd bezocht door de Tour (in 2005) won de Deen Michael Rasmussen. Deze overgangsrit lijkt ideaal voor renners die een stukje kunnen klimmen, maar zich bewust op achterstand lieten plaatsen, zoals Bakelants, Voeckler, Feillu, Voigt, misschien zelfs een Devenyns en zeker de nieuwe drager van de bolletjestrui, de Fransman Kadri. (DR/Picture: ASO)
