Wielrennen

De angst van de favorieten is dat we met een te groot peloton richting finale gaan. Want dan zullen er ongelukken gebeuren, vooral ook omdat er voor zondag rustig weer wordt voorspeld. Voor elke helling volgt een bocht en in die bocht gebeurt het telkens weer: geduw en getrek en renners die te voet worden gesteld of averij oplopen. Wat opvalt is dat de organisatie de twee hellingen, de Tiegemberg en de Berendries (foto), oude bekenden uit vorige edities van de Ronde, vroeg in de wedstrijd hebben gepland. De Tiegemberg komt als eerste, na 87 kilometer. De functie van deze puist, 750 meter over asvalt met een gemiddelde helling van 5,6 pc, is eerder om voor wat vroeg spektakel te zorgen. Een opwarmertje. Hij komt immers 25 kilometer voor de tweede en misschien wel de belangrijkste heuvel van de hele Ronde, de Oude Kwaremont, 2200 meter lang die gevreesd wordt omwille van zijn lengte en zijn tempowisselingen: sommige stukken lijken op vals plat, andere stukken lopen 11,6 pc omhoog. De renners moeten 3 keer over de Oude Kwaremont. Vanaf heuvel 3, de Kortekeer, stopt het niet meer, om de drie bochten volgt een nieuwe helling of kasseistrook. De Berendries, 950 meter lang, asvalt, met een gemiddelde helling van 7 pc en een maximum van 12,3 , volgt als 8ste helling en het is duidelijk dat de organisatoren het kaf van het koren willen scheiden met deze extra beklimming. De Berendries wordt tussen Leberg en Valkenberg geschoven, waardoor de renners telkens amper 3 à 4 kilometer hebben om te recupereren. De Leberg volgt zelf amper 2 kilometer na de Haaghoek, een kasseistrook van 2 kilometer lang. Wie na de Valkenberg nog vooraan zit is met andere woorden van goeden huize. We bevinden ons dan op 88 kilometer van de meet. De echte finale zal gewoontegetrouw losbarsten op de Koppenberg, op 44 kilometer van de aankomst in Oudenaarde. (DR/Picture: photo news)