Woods: “Het doet nog steeds pijn, maar ik kan winnen”
Voor zijn tweede optreden van het jaar op de Masters (11-14 april) worstelt Tiger Woods (48) nog steeds met een beschadigd lichaam en een gebrek aan vorm. De vijfvoudig winnaar van het evenement gelooft echter nog steeds dat hij kan winnen.
“Hoe fit ben je, drie jaar na je auto-ongeluk?“
We werken elke dag om los te komen, sterker te worden en gewoon te herstellen. Vroeger speelde ik elke dag golf. Dat is nu niet meer het geval. Dus ik moet me meer concentreren als ik kan oefenen en elke slag laten tellen, omdat ik niet langer de kans heb om (duizenden ballen) te slaan.
“Welk deel van je lichaam geeft je problemen?“
De enkel doet geen pijn meer omdat die vergroeid is, maar andere ledematen lijden onder de gevolgen. De rug, de knie en andere lichaamsdelen hebben moeite met lang lopen, lang staan en ik heb een verminderd uithoudingsvermogen. De pijn is dagelijks, dus ja, ik neem pijnstillers. Dit jaar is het tenminste wel warm, in tegenstelling tot vorig jaar. Dat heb ik liever.
“Wat zou een mogelijk record van 24 opeenvolgende cuts voor jou betekenen?“
Ik zou zeggen consistentie, en bewijs dat ik begrijp hoe je deze baan moet spelen. Dat is waarom spelers van 50 of 60 hier cuts halen, of waarom spelers van in de veertig hier een kans hebben om te winnen. Omdat ze weten hoe ze hier moeten spelen, heel eenvoudig. Ik kan dezelfde putts naspelen die ik in de jaren 90 speelde en ze rollen altijd in dezelfde richting. Rae’s Creek (het stroompje dat door hole 12 en 13 loopt) heeft ook altijd hetzelfde effect op de ballen. En dat is het mooie van Augusta.
“Ben je nog steeds van plan om te winnen?“
Bij Riviera was ik niet klaar om te spelen (hij trok zich op 15 februari terug uit het golftoernooi van Los Angeles, voor zijn enige optreden in 2024, nvdr.). Mijn lichaam was er niet klaar voor en mijn spel ook niet. Als deze week alles op zijn plaats valt, denk ik dat ik kan winnen. Het is altijd mogelijk. Ik weet niet wanneer die dag komt, maar ik ben nog niet op het punt dat ik denk dat ik het niet meer kan.
(Benjamin Cadiou/L’Équipe via Tagtik/Pic : L'Equipe)