Conflict

Sinds de Verenigde Staten een week geleden een Chinese spionageballon uit de lucht schoten, werden al drie extra “niet nader geïdentificeerde” objecten uit de lucht geschoten.

Een verdachte witte ballon die dagenlang door het Amerikaanse luchtruim vloog werd op zaterdag 4 februari met een welgemikt schot neergehaald boven de Atlantische Oceaan. De Chinese ballon vloog eerst boven Alaska, dan Canada, waarna hij op 31 januari de Verenigde Staten binnen vloog en vervolgens zondag met een F-22 gevechtsvliegtuig door een AIM-9x Sidewinder-raket uit de lucht werd gehaald op zo'n 11 km van de kust van Myrtle Beach, South Carolina. 

In tussentijd heeft het Amerikaanse leger nog eens drie vliegende objecten uit de lucht geschoten. Vrijdag eentje boven Alaska, zaterdag eentje boven het aangrenzende Yukon-territorium in Canada en zondag nog eentje boven Lake Huron, een meer in Michigan op de grens tussen de Verenigde Staten en Canada. Er werd een onderzoek geopend naar de drie projectielen. Senaatsleider Chuck Schumer had het zondag over “ballonnen, vermoedelijk uit China”, maar dat werd nog niet officieel bevestigd. Het laatste object zou zelfs een achthoekige vorm hebben gehad. De drie objecten zouden wel een pak kleiner zijn dan de Chinese ballon die op 4 februari uit de lucht werd geschoten. Geen van de drie objecten vormde een militaire bedreiging, benadrukt het ministerie van Defensie. Ze vlogen wel in de nabijheid van gevoelige locaties en omdat ze veel lager vlogen dan de eerste Chinese ballon, konden ze een gevaar betekenen voor de burgerluchtvaart. Daarom werd dus beslist om ze uit de lucht te schieten. 

(Skwadra by Tagtik/Source: NBC - Het Nieuwsblad/Illustration picture: Pixabay)