Wielrennen

Mathieu Van der Poel domineerde vrijdag in Loenhout (België) en pakte zijn vierde overwinning van het seizoen. Wout Van Aert maakte een reeks fouten bij zijn comeback en eindigde als vierde. Bij de vrouwen won Marion Norbert-Riberolle.

Het leek er even op dat er een tweestrijd zou komen tussen Wout Van Aert (30, Team Visma Lease a Bike) en Mathieu Van der Poel (29, Alpecin-Deceuninck) bij de start van de Exact Cross in Loenhout op vrijdag. Uiteindelijk pakte Van der Poel zijn vierde opeenvolgende overwinning in evenveel wedstrijden.

Achter de renner van Alpecin-Deceuninck werd Thibau Nys (22, Baloise Trek Lions) tweede. Laurens Sweeck (31, Crelan – Corendon) vervolledigde het podium.

Bij zijn terugkeer naar het veldrijden op vrijdag was het Van Aert die snel de leiding nam, op de voet gevolgd door zijn landgenoot Tim Merlier (Soudal Quick-Step) en Van der Poel. Maar vijf minuten in de wedstrijd maakte de drievoudig wereldkampioen (2016, 2017, 2018) een foutje en liet hij Merlier en zijn Nederlandse rivaal wegglippen. Het was aan het einde van deze eerste ronde dat MVDP de leiding nam en de Soudal Quick-Step renner achterliet, die vervolgens werd gegrepen door Van Aert.

In de tweede ronde had Wout Van Aert nog steeds hoop om Van der Poel in te halen. Maar een schuiver in een afdaling liet de Nederlander vrij aan de leiding. Van der Poel weerstond de comeback van de Belg Laurens Sweeck in het midden van de race en beheerste de Loenhoutse omloop, ondanks een lichte valpartij in de zesde en voorlaatste ronde. Hij finishte de Exact Cross in 58’11”.

Achter hem gaven regerend Europees kampioen Thibau Nys en Wout Van Aert niet op en ze slaagden erin Laurens Sweeck in te halen in de 6e ronde. Hoewel de Belg de sterkste van het trio leek te zijn op de pedalen, zorgde een nieuwe slipper in de laatste ronde ervoor dat Nys en Sweeck het uitvochten voor het podium. Sweeck zette zijn sprint te vroeg in en de Europees kampioen pakte de tweede plaats. Hij finishte 14” achter MVDP, met Sweeck een seconde daar achter.

(Nicolas Malarte/L’Équipe via Tagtik/Pic: L'Equipe)