Consumptie

Hoe komt het dat wij zoveel voedsel verspillen?

We staan er niet bij stil dat wij jaarlijks massa’s voeding in de vuilbak kieperen: fruit dat rot is geworden, oud brood, bedorven zuivelproducten …
Toch is de oorzaak hiervan niet altijd ver te zoeken: we maakten te veel klaar, we vergaten de vervaldatum te checken, we vonden het uiteindelijk toch niet zo lekker, we bewaarden het eten niet zoals het moest … We moeten dus duidelijk aan de (slechte) gewoonten sleutelen en andere reflexen aanleren.

Tips:
-planning
Plan je menu’s voor enkele dagen (of een week) zodat je je voedselvoorraad hier kan op afstemmen.
-boodschappenlijstjes
Hou je aan je boodschappenlijstje zodat je vermijdt voedsel te kopen dat je eigenlijk niet nodig hebt.
-hou de vervaldatum in het oog
TGT op verse producten (vlees, vis …) betekent ‘te gebruiken tot’. Als die datum voorbij is, gooi je het weg.
THT op bv. pasta of conservenblikken betekent ‘ten minste houdbaar tot’. Deze producten kan je nog gebruiken zolang het product oké is. Hierbij hou je rekening met: hoe ziet het eruit? Hoe ruikt het? Is de smaak nog goed?
Tip: noteer de datum op bv. het doosje room dat je opende.
-correct bewaren zodat het langer goed blijft
Zo leg je aardappelen niet bij je uien. Bananen bewaar je buiten de koelkast zodat ze niet zwart worden. Bewaar etenswaren op de juiste plaats in de koelkast. Hierbij pas je het principe ‘first in, first out’ toe.
-maak de juiste hoeveelheden klaar
Als je een recept volgt, hou dan rekening met de opgegeven hoeveelheden. Stap af van de gedachte dat er voor iedereen ‘genoeg’ moet zijn. Dit resulteert gegarandeerd in ‘teveel’, dus verspilling.
Enkele richtlijnen: per persoon reken je 80 à 100 g pasta, 150 g vlees, 250 à 300 g groenten …
-verwerk of red restjes
Restjes kan je perfect invriezen of de volgende dag verwerken in een ander gerecht. Maar denk er ook eens aan om een restje mee te nemen in je brooddoos!

(Skwarda by Tagtik/Illustration picture: Unsplash)