Wielrennen

Daar komen de bergen. Maar wat zit er voor ons, Belgen, nog in na het uitvallen van Van den Broeck? Wel je weet nooit. Thomas De Gendt was tot dusver zichzelf niet, maar kan groeien in deze Tour, Maxime Monfort verloor nauwelijks tijd en moet zover mogelijk meegaan met Andy Schleck en dan is er ook nog de factor Jan Bakelants. Je weet maar nooit wat hij in deze Tour nog klaarmaakt. Hij eindigde al dicht bij een top-20 in zowel Vuelta als Giro. Maar alle ogen zijn natuurlijk gericht op Contador en Froome. Krijgen we hetzelfde steekspel als in de Dauphiné? Contador die aanvalt en Froome die moeiteloos pareert? En laat ons eerlijk zijn, Froome vernedert graag de tegenstand bergop. Hij vernederde zelfs zijn kopman. Hoe verloopt de eerste bergrit? De eerste 120 kilometer zijn nog zacht golvend. Maar dan gaat het zoetjesaan meer bergop tot bij kilometerpaal 150.7 de Col de Pailhères opdoemt. De top van deze Pyreneeënreus ligt net boven de 2000 meter. De klim is 15.3 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 8%, een van de lastigste beklimmingen van deze tour. Na de top volgt een lange afdaling waar de betere dalers de tegenstand onder druk kunnen zetten. De renners krijgen geen enkel moment van rust meer, want na de afdaling moet er meteen weer geklommen worden. De beklimming van Ax 3 Domaines (1e cat, 7.8 km tegen 8.2%). kent een steile eerste zes kilometer met een gemiddeld percentage van boven de zeven procent. Hierna volgt een kilometer waar de benen even rust krijgen (5%) en dat is nodig want in de finale krijgen we percentages boven de 10%. De laatste duizend meter is vlak en dat kan in het voordeel zijn van de snellere klimmers zoals Valverde en Evans. Aan Froome om dit te voorkomen. (DR/Picture: ASO)